Onze aanpak

We streven ernaar het tweetalige/meertalige karakter van kinderen te ondersteunen en hen te begeleiden om het beste uit zichzelf te halen in alle aspecten van het leerproces. We willen een meertalig leermodel bieden dat gebruikt kan worden voor all meertalige groepen met een migratieachtergrond.”

Dr. Feyza Altınkamış, bestuurslid

Het “Instituut Voor Turkse Studies Integratie En Onderzoek” wil op basis van wetenschappelijk onderzoek bijdragen aan de harmonieuze samenleving in België en de onderwijsachterstanden terugschroeven. De afgelopen jaren namen het deelnemende leerlingen die thuis een andere taal spreken dan het Nederlands steeds toe. 48% van de leerlingen in Vlaanderen spreekt thuis een andere taal dan het Nederlands [1] . Diversiteit en meertaligheid zijn dus dagelijkse kost in Vlaanderen. Ook de onderwijsachterstand van leerlingen met een migratieachtergrond zijn helaas een dagelijks topic. De recente, niet zo fraaie PIRLS-resultaten wezen uit dat kinderen met een andere thuistaal dan het Nederlands 3 tot 7 maanden achterophinken qua leesvaardigheden [1] . Bij de 200 000 Belgen met een Turkse achtergrond zijn die achterstanden soms nog groter dan bij leerlingen met een andere etnische achtergrond [2, 3] . Als instituut voelen wij ons beroepen om verandering te brengen in deze trend. 

Waar streven we naar? 

Een gebalancerde meertaligheid brengt niet alleen cognitieve, maar ook economische, professionele en sociaal-emotionele voordelen met zich mee [4, 5, 6]. Als Instituut Voor Turkse Studies Integratie En Onderzoek is het onze droom om ervoor te zorgen dat elke Turks- Nederlandstalige leerling die voordelen kan ervaren en inzetten in de maatschappij.

Als Instituut voor Turkse Studies, Integratie en Onderzoek, geloven wij erin dat de taal van de integratie het ONDERWIJS zelf is en niet zozeer Nederlands, Engels, Frans of Turks. Talen zijn slechts hulpmiddelen voor betere integratie. Daarom moeten thuistalen bruggen zijn voor een betere integratie en voor betere schoolprestaties.

Sener Uğurlu, voorzitter

Hoe gaan we te werk?

Onderzoek vormt de basis van onze aanpak. Op basis van wetenschappelijke evidentie zoeken we de beste manier om scholen, ouders en leerlingen te ondersteunen in de meertalige realiteit van vandaag. Om ons doel te bereiken, focussen we niet enkel op de taalvaardigheden, maar vertrekken we vanuit een integrale, holistische visie op leren. We werken aan allerlei verschillende schoolse vaardigheden van de kinderen en betrekken de context in ons verhaal. We staan niet enkel stil bij de cognitieve aspecten van leren, maar ook bij de emotionele en sociale.

Die aanpak is niet alleen effectief [7, 8, 9], maar ook motiverend. Kinderen zijn van nature uit nieuwsgierig, maar verliezen hun intrinsieke motivatie soms omdat ze weinig succeservaringen opdoen. Die nieuwsgierigheid en intrinsieke motivatie zijn nochtans de motor om tot effectief leren te komen [10, 11, 12], onder meer omdat kinderen meer capaciteiten inzetten als ze echt willen leren. De holistische aanpak, in combinatie met de Turkse taal en cultuur geeft ons aanknopingspunten om de nieuwsgierigheid van de kinderen aan te wakkeren.

Dat alles doen we met een bijzondere aandacht voor de meertalige persoon. Meertalig zijn betekent niet alleen meerdere talen spreken. In onze aanpak focussen we dus ook op alles wat met deze meertaligheid samenhangt, m.a.w. de talige maar ook culturele, emotionele en sociale aspecten die dat met zich meebrengt.

Meertaligheid wil niet zeggen dat we enkel aandacht besteden aan het Turks. Aangezien de kinderen in Vlaanderen wonen, naar school gaan en zullen werken, is komen tot een excellente taalvaardigheid Nederlands de manier om hen een succesvolle schoolloopbaan en later ook een succesvolle carrière te garanderen. Dat zegt ook onderwijsexpert Dirk Van Damme [13]. Het stimuleren van het Turks is slechts een middel om dat doel te bereiken. Er is namelijk veel wetenschappelijk bewijs dat een goede taalvaardigheid in de erfgoedtaal Turks, de basis vormt voor de talige competenties in het Nederlands [14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23]. Aangezien we werken op dezelfde ontwikkelingsdoelen als de kleuterklassen, zorgen we als instituut voor een extra vorm van leerbegeleiding zodat een transfer van competenties tussen het Turks en het Nederlands kan optreden. Op die manier willen we de onderwijsprestaties van de tweetalige kinderen verbeteren. Onze aanpak is schematisch voorgesteld in figuur 1.

Wat bidden we aan? Zoals hierboven beschreven, zetten we vooral in op de Turks-Nederlandstalige ontwikkeling van jonge kinderen om zo hun kansen in België te verhogen. Om dat doel te verwezenlijken, willen we samenwerken met zo veel mogelijke instellingen en organisaties. Ook voor uw organisatie kunnen we iets vinden. duidelijke staan ​​​​verschillende van onze oplossingen opgesomd.

  • Onderwijsprojecten voor meertalige kinderen om hun Nederlands/Frans, Turks en andere scholense vaardigheden te verbeteren;
  • Expertise en ondersteuning aan leerkrachten, scholen en andere organisaties rond meertaligheid;
  • Informatiemomenten voor ouders om hen te ondersteunen in de taal maar ook schoolprestaties van hun meertalige kinderen;
  • Cursussen en trainingen voor de emancipatie-entegratie van de allochtonen in België te duur;
  • Cursussen academische Turken en workshops voor jongeren over heel Europa;
  • Een babbelclub Turks waarbij niet-moedertaalsprekers het Turks kunnen inoefenen;
  • Ondersteuning voor Turkse Erasmussstudenten en Turks academisch personeel die naar België komen.
  • Samenwerking met andere organisaties en sevilingen die beoogde doelen nastreven
  • Met al deze projecten willen wij de positieve aspecten van meertaligheid naar voren laten komen. Nu wordt meertaligheid vaak als een probleem, terwijl het een realiteit is waarin we leven. Nu rest ons de uitdaging om van de realiteit een voordelige, krachtige leeromgeving te maken. )

Referenties 

[1] K. Denies, N. Bleukx, L. Pelgrims, J. Lage, K. Van Steertegem, J. Dockx, M. Vanbuel, H. Van Keer en K. Aesaert, „Leesvaardigheid in het vierde leerjaar in Vlaanderen,” KU Leuven-UGent, Leuven, 2023. 

[2] Centrum Agrarische Geschiedenis, “50 jaar migratie,” 2021. [Online]. Beschikbaar: https://caagnet.be/page/kebab-migratie#:~:text=Vandaag%20wonen%20er%20nog%2040.000,van%20Turkse%20Verenigingen%20(UTV).. [Geopend 23 mei 2023]. 

[3] MH Messer, P. Leseman, A. Mayo en J. Boom, Verbal short-term memory andvocabulaireontwikkeling in eentalige Nederlandse en tweetalige Turks-Nederlandse kleuters, Universiteit Utrecht, 2010.

[4] O. Ağırdağ, « The langetermijneffecten van tweetaligheid op immigratiekinderen: tweetaligheid van studenten en toekomstige inkomsten,» International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, vol. 17, nr. 4, blz. 449-464, 2013. 

[5] R. Barac, E. Bialystok, DC Castro en M. Sanchez, ‘De cognitieve ontwikkeling van jonge tweetalige leerlingen: een kritische beoordeling’, Early Childhood Research Quarterly, vol. 29, nee. 4, blz. 699-714, 2014. 

[6] Europese Commissie, “Over het meertaligheidsbeleid,” [Online]. Beschikbaar: https://education.ec.europa.eu/nl/focus-topics/improving-quality/multilingualism/about-multilingualism-policy. [Geopend 23 mei 2023]. 

[7] O. Ağırdağ, ‘Tweetaligheid onderzoeken in een eentalig schoolsysteem: inzichten van Turkse en autochtone leerlingen van Belgische scholen,’ British Journal of Sociology of Education, vol. 3, blz. 307-321, 2010. 

[8] G. Driessen, «De bestrijding van onderwijsachterstanden: Een review van opbrengsten en effectieve aanpak,» ITS, Radboud Universiteit Nijmegen, Nijmegen, 2013.

[9] S. Poindexter , ‘The Case Holistic Learning : Sandra Poindexter,” Verandering: The Magazine of Higher Learning, vol. 35, nee. 1, blz. 24-30, 2003. 

[10] C. Dweck, Self Theories, Philadelphia: Taylor en Francis, 1999. 

[11] R. Garris, R. Ahlers en JE Driskell, „Games, Motivation and Learning: A Research and Practice Model ”, SAGE-tijdschriften, vol. 33, nee. 4, blz. 441-467, 2002. 

[12] M. Vansteenkiste, W. Lens en LE Deci, “Intrinsieke versus extrinsieke doelinhoud in de zelfdeterminatietheorie: een andere kijk op de kwaliteit van academische motivatie”, Onderwijspsycholoog, vol. 44, nee. 1, blz. 19-31, 2006. 

[13]De Standaard, ‘‘Niet tevreden zijn met matige kennis Nederlands’”, De Standaard, 2017. [Online]. Beschikbaar: https://www.standaard.be/cnt/dmf20171127_03211453. [Geopend 23 mei 2023]. 

[14] G. Akoğlu en K. Yağmur, “Eerste taalvaardigheden van tweetalige Turkse immigrantenkinderen die opgroeien in een Nederlandse onderdompelingscontext”, International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, vol. 19, nee. 6, blz. 706-721, 2016. 

[15] I. Bezcioglu-Göktolga en K. Yagmur, „De impact van Nederlandse leraren op het gezinstaalbeleid van Turkse immigrantenouders”, Taal, Cultuur en Curriculum, vol. 31, nee. 3, blz. 220-234, 2018. 

[16] S. Demir-Vegter, R. Aerts en J. Kurvers, ‘Lexical Richness in Maternal Input and Vocabulary Development of Turkish Preschoolers in the Netherlands’, J of Psycholinguist Res, vol. 43, blz. 149-165, 2014. 

[17] G. Demirel, “Een onderzoek naar tweetaligheid en de relatie tussen de moedertalen en de dominante talen van tweetalige Turkse kinderen in Nederland”, Kırşehir Faculteit der Educatie Journal, vol. 20, nee. 3, blz. 1312-1339, 2019. 

[18] B. Ertanir, J. Kratzmann, M. Frank, S. Jahreiss en S. Sachse, ‘Tweetalige competenties van Turks-Duitse kinderen die opgroeien in Duitsland: factoren die een functionerende tweetalige ontwikkeling ondersteunen ”, Grenzen in de psychologie, vol. 9, blz. 1-11, 2018. 

[19] PPM Leseman, “Tweetalige woordenschatontwikkeling van Turkse kleuters in Nederland”, Journal of Multilingual and Multicultural Development, vol. 21, nee. 2, blz. 93-112, 2000. 

[20] M. Prevoo, M. Malda, R. Emmen, N. Yeniad en J. Mesman, “A Context-Dependent View on the Linguistic Interdependence Hypothesis: Language Use and SES as Potential Moderators,” Taal leren, vol. 65, nee. 2, blz. 449-469, 2015. 

[21] AF Scheele en PPM Leseman, ‘De thuistaalomgeving van een- en tweetalige kinderen en hun taalvaardigheid’, Applied Psycholinguistics, vol. 31, nee. 1, blz. 117-140, 2010. 

[22] S. Sierens, SVGK Slembrouck, O. Ağırdağ en P. Van Avermaet, ‘Taalkundige onderlinge afhankelijkheid van receptieve woordenschatvaardigheden bij opkomende tweetalige kleuters: onderzoek naar een factorafhankelijke benadering’, Applied Psycholinguistics, vol. . 40, nee. 5, blz. 1-29, 2019. 

[23] L. Verhoeven, ‘Early tweetaligheid, taaloverdracht en fonologisch bewustzijn’, Applied Psycholinguistics, vol. 28, blz. 425-439, 2007.